regenachtig Bergen zonnig Oslo
 

.

VERSCHILLENDE KLIMATEN....... .
............ NOORWEGEN ................................

 

Inhoud:

Er zijn twee gradiënten (geleidelijke veranderingen van een variabele):

1. de westkust/binnenland - gradiënt

2. de hoogte boven zeeniveau - gradiënt

 


1. DE WESTKUST/BINNENLAND - GRADIËNT

Stuwingsregen:

Bergen kunnen regen veroorzaken namelijk stuwingsregen:

Relatief warme, vochtige lucht van zee stijgt op tegen de helling van een berg. Maar als de lucht stijgt, koelt ze af. De waterdamp condenseert dan tot druppels, vormt wolken, en het gaat regenen.

Aan de lijzijde van het gebergte (in het binnenland) daalt de lucht, warmt op en wordt droger (föhn).

Hoe hoger de berg, hoe sterker dit proces zich voordoet.


.

 

De bergketen die van zuid naar noord door Noorwegen loopt, werkt als een geweldige klimaatscheiding:
Bij de overheersende westenwinden valt er (door stuwingsregens) veel neerslag aan de westkust (1500 - 4000 mm neerslag per jaar).
Aan de lijzijde van het gebergte (in het binnenland) is het echter op veel plaatsen door föhn uitgesproken droog (minder dan 500 mm)

Dwarsdoorsnede Noorwegen


We kunnen deze gradiënt met een autoritje illustreren:

(zie ook dwarsdoorsnede hierboven)

We beginnen bij de monding van de Sognefjord. De westenwind brengt er vandaag langdurig regen en de temperatuur blijft laag, bijv. 15 º C.

Bij Laerdal aangekomen is het droog. Laerdal is het binnenste fjordeinde en een klimaatoase met slechts 400 mm neerslag per jaar.

Rijden we verder oostwaarts op de fjelweg naar Valdres, dan begint het opnieuw te regenen, maar nu nog slechts een beetje.

In Fagernes (Valdres) aangekomen, is het echter droog en maar liefst 20ºC. Er is daar föhn (een droge, warme valwind). Ditzelfde geldt eveneens verder oostwaarts voor Hamar (Gudbrandsdalen) en Elverum (Österdalen).


In bovenstaande voorbeeld zagen we dat Laerdal een klimaatoase is. Het is er droog in tegenstelling tot haar natte omgeving.

Er zijn een aantal van dergelijke klimaatoases. Ze bevinden zich aan de binnenste fjordeinden van de Hardangerfjord en de Sognefjord. Het zijn:
Måbødalen (bij de Hardangerfjord) en
Laerdal, Utladalen, Jostedalen en Mörkri (bij de Sognefjord).
(Dus Stryn en Geiranger bij de andere fjorden zijn er géén!)

Daarnaast zijn er ook nog enige redelijk goed bereikbare droge dalen aan de luwe oostzijde van de bergketen.

In de rechtse kolom staan alle nuttige klimaatoases (k) en droge dalen (dd) van noord naar zuid. Kijk óók op de kaart eronder.


Helaas kun je ten westen van Setesdal (o.a. Stavanger e.o.) niet ontsnappen naar een droog gebied. De kust Kristiansand - Oslo is dan wel droog, maar dat is een halve dag rijden vanuit Stavanger.

Teken de plaatsen in de rechterkolom met een rode viltstift aan op je wegenkaarten. Je kunt dan met een goede reisplanning veel verregende dagen in het westen voorkomen.

Een voorbeeld:
Je bent in Lom (ten noorden van Jotunheimen) en wilt verder westwaarts reizen naar Stryn (ten westen van de Jostedalsbreen).
De weersvoorspellingen gooien roet in het eten. Er komt vanuit het westen een regenfront van 2 dagen aan.
Wijzig dan je plan door bijv. één dag in Lom te wandelen en één dag de Glitrawandeling te maken bij Pollfoss. Daarna rijd je pas naar Stryn.


Tot slot:
Bovenaan dit bericht zag je foto's van het regenachtige Bergen tegenover het zonnige Oslo.
De 2 onderstaande klimaattabelletjes zeggen hetzelfde, maar wel minder aanschouwelijk.

.Climate Bergen
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
.Gemiddelde maximumtemp. (°C)
7
12
15
16
16
12
9
.Maandsom neerslag (mm)
141
135
164
180
222
388
395

.Climate Oslo
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
.Gemiddelde maximumtemp. (°C)
8
15
20
21
20
14
9
.Maandsom neerslag (mm)
45
56
69
83
91
94
92

( Gem. maximumtemp. De Bilt )
14
18
20
23
23
19
15

 

aaaa

 


2. DE HOOGTE BOVEN ZEENIVEAU - GRADIËNT

In het algemeen geldt: hoe hoger, hoe meer neerslag.
Enig begrip hiervan kan miezerige dagen in de fjell voorkomen.

Voorbeeld: Ormtjønnkampen.
Stel je kampeert in de fjell bij Ormtjønnkampen en het weer slaat -.'snachts om. Het gaat licht regenen. Je bent hier op 800 m hoogte. Het Gudbrandsdal ligt op iets meer dan 100 m hoogte. Dit hoogteverschil is precies voldoende om dan in Gudbrandsdalen geen regen te hebben.
Rijd dus naar Fåberg of Lillehammer. Het is er wel bewolkt, maar droog en met wat geluk breekt er nog een waterig zonnetje door.

Voorbeeld: Jonsknuten (bij Kongsberg).
Ook hier kun je bij westenwind en lichte regen eenvoudig ontsnappen door naar de Oslofjord te rijden. Je daalt dan van ongeveer 700 m hoogte naar zeeniveau. Dat is meestal voldoende om geen regen meer te hebben.

dwarsdoorsnede bij Lillehammer


Tot slot:

Weersverwachting (værvarsel )
Zie hiervoor de website van de nationale weerdienst: www.yr.no

 

Weet je aanvullingen en verbeteringen van deze tekst? Graag een e-mail naar:

e-mailadres


. .. . .. .

LAATST BIJGEWERKT :24-8--2020