|
............................Noordlus . 10 ½ km ... en ... Zuidlus ..8 km
Belangrijk !
In de loop van de tijd verandert er van alles onderweg:
paadjes verdwijnen,
nieuwe weggetjes worden aangelegd, etc.
Kijk daarom vooraf op de website:
https://knapzakroutes.nl/bokd/overzicht-knapzakroutes/k30
Bij het hoofdstuk Routenieuws staan de recente routewijzigingen.
Noteer ze in je wandelgidsje !
|
Je bezoekt de twee zeer karakteristieke esdorpen Loon en Taarlo
in het Nationaal beek en esdorpen-landschap Drentsche Aa.
Hiervan heeft Taarlo het leukste dorpsgezicht.
Het kleine esdorp Loon ligt vlak bij Assen.
Gelukkig hebben een kanaal en een spoorlijn er anderhalve eeuw geleden
voor gezorgd dat Loon zichzelf kon blijven.
En de ligging op de rand van het beekdal van de Drentsche Aa zal het
dorp hopelijk tot in lengte van dagen voor verdere aantasting behoeden.
( Lees ook de volgende interessante info ).
In het omliggende landschap vinden we nog de drie elementen terug die
eeuwenlang het landbouwsysteem hebben bepaald, namelijk:
1. essen,
2.
groenlanden ( hooi- en weilanden in het beekdal ) en
3. heidevelden.
Landschapselementen zijn enkele
pingoruïnes,
enkele hunebedden,
tientallen grafheuvels en
een aantal oude boerderijen.
De hoofdroute van 18 km is te splitsen in:
1. Noordlus . 10½ km.
2. Zuidlus . 8 km
Zie beide kaartjes hieronder.
Hoofdstuk1
. . . 1.. . NOORDLUS . . 10½ km |
• Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.
• Rode streepjeslijn = wandelroute.
• Om te pauzeren neem ik altijd een zitmatje mee, zodat je dat overal kunt doen.
.. Voor degenen die liever op een bank zitten, zie de bank-symbooltjes.
• Bron: topotijdreis.nl.
Samenvatting Noordlus:
• De route brengt je over de Looneresch naar het prachtige esdorp Taarlo en
• langs
de groenlanden d.w.z de graslanden (wei- en hooilanden) in het beekdal
.. van het.Taarlosche Diep. en het Loonerdiep.
•
Onderweg passeer je het Smalbroekerloopje, een zijbeekje van het
.. Loonerdiep. Een echt juweeltje !
• Boerderij aan de Markeweg in Loon.
Pingoruïnes:
Taarlose Veentje en het ven Kampsheide.
Wat is een pingoruïne ?
Dit is een vaak vrij diep, rond meertje
omzoomd door een lage wal.
Het is overgebleven na het smelten van een ijslens in de bodem.
Hoe is zo'n pingoruïne
ontstaan?
• Tijdens de laatste ijstijd was het zo koud dat de bovenste tientallen
.. meters
permanent bevroren waren (permafrost).
.. Onder deze bevroren bodem bevond zich grondwater dat vanwege
.. de grote
diepte sterk onder druk stond.
.. Op plaatsen waar zich scheuren in de
permafrost bevonden welde
.. het grondwater daarom omhoog.
.. Zodra het in de zone met permafrost kwam bevroor het.
.. Hierdoor ontstond
een ondergrondse ijslens, die door de aanvoer
...van nieuw grondwater bleef
groeien. De grond boven de ijslens werd
.. steeds
verder omhooggeduwd.
Er ontstond een heuvel die tientallen
.. meters
hoog kon worden.
• Door de aanhoudende groei van de ijsheuvel ontstonden er op een
.. gegeven
moment scheuren in de grond bovenop de ijslens.
.. Zonlicht kon nu op het ijs
schijnen, waardoor dit langzaam ging
.. smelten.
.. Ook de bedekkende grondlaag ontdooide. Geholpen door het
.. smeltwater dat
van de pingo afstroomde geleden stukken grond naar
.. beneden,
die
zich aan
de voet van de heuvel ophoopten.
.. Zo vormde zich aan de
onderkant een
ringvormige aarden wal, de
.. zogenaamde randwal.
.. Toen al het ijs gesmolten was bleef er een ringvormige krater over
.. die zich
vulde met smeltwater: een pingoruïne.
• Vanaf het begin van het Holoceen nam de temperatuur sterk toe.
.. In het pingomeertje gingen planten groeien. Afgestorven planten
.. verrotten niet
maar stapelden zich op tot veen. Geleidelijk raakte de
.. pingoruïne opgevuld
met veen. In het landschap waren nu alleen
.. nog de ringvormige aarden wallen
herkenbaar.
• Uit koolstofdateringen van plantaardig materiaal uit de onderste
.. veenlagen
is gebleken dat de pingoruïnes zijn gevormd rond de
.. 12.000-11.000 jaar geleden.
.. In de 19e en 20e eeuw werden de pingoruïnes uitgeveend.
.. Na het uitvenen
vulde de pingoruïne zich met regenwater, waardoor
.. de ronde pingomeertjes weer herkenbaar werden in het
landschap.
Zie: www.geologievannederland.nl/landschap/landschapsvormen...
• Het Taarlose Veentje vanaf de zuidoever.
• Dit pingomeertje is gedeeltelijk met veen opgevuld.
.. Het is tamelijk groot; haar middellijn is ruim boven de honderd meter.
• In de verte zie je de beboste randwal. Die is ongeveer 4 meter hoog.
Veentjes:
Fysisch geografisch zijn er verschillende typen veentjes te
onderscheiden en
de oorsprong hiervan is grotendeels terug te
voeren naar de laatste
ijstijd.
1. De relatief ondiepe uitblazingskommen in
het dekzand.
Dit zijn geïsoleerde laagten in de dekzandduinen uit de laatste
ijstijd, waaronder een slecht doorlatende laag ligt. Hierop wordt
het regenwater als in een afwasteil verzameld en vastgehouden.
Deze veentjes zijn meestal maar een meter diep, waardoor ze vrij snel konden verlanden. Dat wil zeggen: volgroeien met veen.
Een groot deel van de veentjes in het stroomgebied van de
Drentse Aa zijn uitblazingskommen.
2. De pingo-ruïnes.
Dit zijn de restanten van ijsheuvels (pingo’s) uit de laatste ijstijd.
Deze heuvels waren in feite dikke en ronde, door grondwater
gevormde ijslenzen, bedekt met een relatief dunne laag grond.
Bij de groei van de ijslens werd de ondergrond uit elkaar geduwd.
Bij het smelten van de ijskern, gleed de bovengrond af en wat
uiteindelijk overbleef was meestal een aantal meter diep en min of meer rond
gat, omgeven door een wal.
Van de 77 veentjes zijn ongeveer 12 als pingo-ruïne benoemd, maar nader onderzoek zal waarschijnlijk aanwijzen dat dit aantal groter is.
Een mooi voorbeeld uit het gebied van de Drentse Aa is het
Taarlose Veentje tussen Taarlo en Loon.
3. Dit type is ontstaan als oude stroomgeulen van de Drentse Aa.
Het Voorste en Achterste Veen bij Gasteren zijn waarschijnlijk
de restanten van een stroomdal uit de voorlaatste ijstijd die tijdens
de laatste ijstijd gedeeltelijk met dekzand is opgevuld en daardoor
van de Drentse Aa is gescheiden.
https://noorderbreedte.nl/2007/10/01/fascinerende-veentjes/
| |
Hunebed D15 Loon:
zeer bijzonder vanwege zijn nog bijna complete
ovale steenkrans.
• Het ligt ten noorden van Loon aan de noordzijde van de Looner es.
• Het is mooi regelmatig, symmetrisch en bijna compleet.
• Met oorspronkelijk 5 dekstenen is dit hunebed middelgroot.
.. Vier van de vijf
dekstenen liggen keurig op hun plaats. Van de vijfde
.. is nog slechts een fragment
aanwezig en dat ligt op de bodem.
• De ovale dekheuvel was tot 1870 nog gedeeltelijk aanwezig.
.. Tijdens onderzoek werd die toen verwijderd.
Ik geef hieronder over het hunebed achtereenvolgens:
- een driedimensionaal model,
- een foto noordwaarts kijkend en
- een foto oostwaarts kijkend.
Onder die drie afbeeldingen zet ik telkens dezelfde compacte tekst over haar 1. Kamer, 2. Korte gang, 3. Ovale steenkrans.
Vergelijk telkens de afbeelding en de tekst om een indruk te krijgen.
• Hunebed D15 Loon:
........- bovenaanzicht van driedimensionaal model: https://hunebeddeninfo.nl/#
1. Kamer:
....... - oorspronkelijk aantal......dekstenen d = 5.....zijstenen z = 10.......sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet tot een
.......... triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen, maar
.......... ook nog op een sluitsteen.
.......... De andere drie dekstenen behoren er wel toe.
2. Korte gang ( in witte rechthoek):
....... - Deze is compleet met 2 paar gangzijstenen en de gangdeksteen op eerste paar.
3. Ovale steenkrans:
....... - deze lag rondom de voormalige dekheuvel en is nog grotendeels
........ -aanwezig ( er zijn nog 18 van de 23 kransstenen ( k ) over.
......... Dat komt bij weinig hunebedden voor.
...... ...Wel zijn de meeste omgevallen (oorspronkelijk waren dat staande stenen).
• Noordwaarts kijkend.
1. Kamer:
....... - oorspronkelijk aantal......dekstenen d = 5.....zijstenen z = 10.......sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet tot een
.......... triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen, maar
.......... ook nog op een sluitsteen.
.......... De andere drie dekstenen behoren er wel toe.
2. Korte gang ( in witte rechthoek):
....... - Deze is compleet met 2 paar gangzijstenen en de gangdeksteen op eerste paar.
3. Ovale steenkrans:
....... - deze lag rondom de voormalige dekheuvel en is nog grotendeels
........ -aanwezig ( er zijn nog 18 van de 23 kransstenen ( k ) over.
......... Dat komt bij weinig hunebedden voor.
...... ...Wel zijn de meeste omgevallen ( oorspronkelijk waren dat staande stenen ).
• Oostwaarts kijkend.
1. Kamer:
....... - oorspronkelijk aantal......dekstenen d = 5.....zijstenen z = 10.......sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet tot een
.......... triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen, maar
.......... ook nog op een sluitsteen.
.......... De andere drie dekstenen behoren er wel toe.
2. Korte gang ( in witte rechthoek):
....... - Deze is compleet met 2 paar gangzijstenen en de gangdeksteen op eerste paar.
3. Ovale steenkrans:
....... - deze lag rondom de voormalige dekheuvel en is nog grotendeels
........ -aanwezig ( er zijn nog 18 van de 23 kransstenen ( k ) over.
......... Dat komt bij weinig hunebedden voor.
...... ...Wel zijn de meeste omgevallen ( oorspronkelijk waren dat staande stenen ). |
.
Wat is een hunebed:
Hunebedden zijn de oudste, zichtbare archeologische
monumenten van Nederland.
Ze stammen uit de Nieuwe Steentijd ongeveer 3000 voor Chr.
Het zijn groepsgraven van een prehistorische boerencultuur
(de eerste boeren in Drenthe).
Deze cultuur dankt haar naam, Trechterbekercultuur , aan de karakteristieke
vorm van het
aardewerk dat in grote
hoeveel-
heden
in de
hunebedden is aangetroffen.
Ooit was deze Trechterbekercultuur over een groot deel van
Noordwest-Europa verspreid. We zien dan ook vlak
over de grens
in de Hümmling vergelijkbare grafmonumenten.
De grote zwerfstenen die voor de bouw gebruikt werden, zijn
aan het einde van de voorlaatste ijstijd, het.Saalien (ca. 150.000 jaar geleden), met
het landijs vanuit Scandinavië. aangevoerd.
De meeste
hunebedden zijn onvolledig, doordat later alle kleinere
stenen (stopstenen, steenkrans) en de dekheuvel zijn verwijderd.
Van
het
hunebed
bleef
dan
slechts een geraamte over van grote
keien.
Hunebedden waren in feite de oudste grafheuvels die we kennen.
Bij sommige hunebedden is de aanzet van die dekheuvel nog te zien.
In totaal zijn er nog 53 zichtbare hunebedden in Nederland.
Naast de 52 Drentse hunebedden ligt er nog 1 in Noordlaren (Gr.)
Ze liggen in wettelijk beschermde hunebedreservaatjes.
Van tientallen andere is bekend waar
ze gestaan hebben, maar die
zijn nu verdwenen.
|
Hieronder zie je mijn tekening van een middelgroot hunebed
met alles
erop en eraan.
• Vooraanzicht en plattegrond van een middelgroot hunebed ( 6 dekstenen).
• Deze tekeningen zijn schematisch.
.. Een realistische plattegrond zie verderop bij hunebed D53 Havelte-West.
• In het midden van de zuidelijke lange zijde kwam de korte gang naar de kamer.
.. Deze korte gang bestond bij een middelgroot hunebed uit
...2 paar gangzijstenen met 1 gangdeksteen op het eerste paar.
• De dekheuvel bestond uit aarde ( of toch ook stenen ? zie foto verderop )
• Rond de voet van de dekheuvel liep een ovale steenkrans.
.. Deze bestond uit enkele tientallen staande kransstenen ( k ).
T-vormige ganggraven:
Onze hunebedden behoren tot het type 'T-vormige ganggraven'.
- ganggraven : omdat ze een gang hebben.
- T-vormig : omdat de plattegrond ( van de kamer met korte gang )
..de vorm van een hoofdletter T met een korte stam heeft.
Zie plattegrond hierboven.
1. Kamer:
Hunebedden hebben een rechthoekige kamer van grote zwerfkeien.
Ze zijn gebouwd van 2 oost-west gerichte evenwijdige rijen zijstenen,
waarbij 2 tegenover elkaar gezette zijstenen telkens 1 zware deksteen
dragen ( trilieten = groepjes van 3 stenen ).
Omdat de eerste en de laatste triliet gemakkelijk om kunnen vallen,
zette men daar geen triliet, maar een groepje van 4 stenen.
(de deksteen rust daar niet alleen op de 2 zijstenen, maar ook op
een sluitsteen ).
Je hebt nu een rechthoekige kamer gekregen met
muren en
een dak.
Om te verhinderen dat regenwater de kamer insijpelde, vulde men
de gaten tussen zijstenen met stopstenen op.
Deze stopstenen bestonden uit platte stukken gespleten graniet
(zie foto verderop ).
Ook de openingen tussen dekstenen werden afgedekt door platte stenen.
Aan de buitenkant kwam daarover waarschijnlijk een leemlaag en
daar weer overheen een ovale dekheuvel. Deze dekheuvel is nu
meestal verdwenen.
De keienvloer in de kamer lag lager dan het maaiveld en was bedekt
met een laag granietgruis.
2. Korte gang:
De kamer is toegankelijk via een korte gang meestal in het midden van
de
lange zijde en bijna altijd gelegen aan de zuidkant.
Deze korte gang staat haaks op de kamer.
Ze bestaat uit 1 tot 2 paar gangzijstenen, al of niet met 1 gangdeksteen.
( De kleine hunebedden met kamers van 2 of 3 dekstenen
hebben
slechts een ingang zonder gang.)
De zwerfkeien van de korte gang zijn minder groot dan die van de
kamer. Je moet dan ook kruipend door de korte gang de kamer in.
Of en hoe de ingang werd afgesloten weet men niet.
Een drempelsteen lag in de ingang tussen de zijstenen.
3. Ovale steenkrans:
Over het hunebed werd een ovale dekheuvel opgeworpen.
( De ovale dekheuvel was misschien niet bij alle hunebedden
van zand. Zie bijv. Im Moor versunkene Hünengräber.
Het zou mij niets verbazen als in een aantal gevallen ook de
in Drenthe de ovale dekheuvel uit kleine stenen bestond, maar die
later ook weer als eerste geroofd werden.
Dikwijls omgaf een ovale steenkrans de heuvelvoet.
Deze krans van stáánde stenen sloot aan op de korte gang en
vormde een boog rond de voet van de ovale dekheuvel.
• Hunnebedden zijn aanvankelijk gebruikt voor bijzetting van onverbrande
.. doden. Later ook nog voor gecremeerde doden. Sommige hunebedden
.. werden zelfs nog in de bronstijd gebruikt.
• Deze grafkamers werden gedurende een aantal generaties gebruikt
.. door bepaalde vooraanstaande families.
• De zure bodem in Drenthe heeft vrijwel alle organische resten
.. ( skeletten, hout, touw, linnen kleding, leer ) doen vergaan, zodat
.. slechts de grafgiften overbleven. Denk daarbij aan:
.. - aardewerk potten met eten en drinken,
.. - bijlen van steen en vuursteen,
...- vuurstenen pijlspitsen,
.. - barnstenen kralen.
• Om de hunebedden te groeperen naar grootte (klein, middelgroot, groot)
.. kun je als maat gebruiken de lengte van de binnenzijde van de kamer.
.. Ik gebruik hier een minder nauwkeurige, maar wel gemakkelijker maat:
.. het aantal dekstenen.
.. De Nederlandse hunebedden varieren van 2 t/m 10 dekstenen.
.. ( In Duitsland heeft men nóg grotere. )
.. 2, 3, 4 dekstenen = klein hunebed.
.. 5, 6, 7 dekstenen = middelgroot hunebed.
.. 8, 9, 10 dekstenen = groot hunebed.
.. De lengte van de binnenzijde van de kamer in meters is ongeveer
.. 2 keer het aantal dekstenen. Dus bij 10 dekstenen heb je een kamer
.. van ongeveer 20 m.
• Bij hunebed D53 (Havelte-West) is mooi te zien hoe een kamer in elkaar zit.
.. Het is een aantal trilieten achter elkaar in een rij.
• Een triliet is een groep van 3 grote zwerfkeien.
.. Je zet twee staande zijstenen schuin naar binnen hellend tegenover elkaar
.. met hun platte kant naar binnen gekeerd.
.. Daar leg je een nog grotere steen, de deksteen, horizontaal bovenop
.. met zijn platte kant onder. Hij vormt het dak (zie foto). ..
• Doordat de platte kanten in de binnenkant van het monument zitten,
.. werd een min of meer gave kamer gevormd.
• De stopstenen ( dry stone walling ) waarmee alle openingen tussen de zijstenen
.. werden dichtgestopt, zijn verdwenen.
• Het keienvloertje is hier van platte stenen, daar zijn vaak ook ronde voor gebruikt.
• Stopstenen ( platte stukken gespleten graniet) vulden de gaten op tussen
.. de grote stenen. ( Zij dragen dus de dekstenen niet ).
.. Het was droog metselwerk , d.w.z. zonder gebruik van mortel of cement.
.. Dit noemt men dry stone walling (Eng).
• Bij een hunebed had men ook een keienvloertje.
• Het hunebed D49 Schoonoord werd bij een latere reconstructie
.. aan de westzijde met een dekheuvel overdekt.
• Het hunebed D49 Schoonoord heeft een korte gang haaks op de kamer.
.. Ze bestaat uit 2 paar gangzijstenen (z) met 1 gangdeksteen (d) op het eerste paar.
• Het hunebed D49 Schoonoord
• Je kijkt hier westwaarts.
• De korte gang heeft kleinere zwerfkeien dan de kamer rechts ervan.
.. Je moet daarom kruipend erdoor naar de kamer ( zie pijl ).
• Achter de korte gang zie je de dekheuvel over het westelijke deel
.. van het hunebed en boven en links van de pijl 3 kransstenen.
• Plattegrond van D53 Havelte -West.
... zwart = staande stenen ...... grijs = dekstenen ...... wit = ontbrekende stenen.
• We zien hier 9 dekstenen die rusten op 21 zijstenen.
.. Hier zijn 4 trilieten ( zie rode t ).
.. De andere dekstenen rusten op méér dan 2 stenen.
• Omdat de eerste en de laatste triliet in een rij gemakkelijk om kunnen vallen,
.. zette men daar geen triliet, maar een groepje van 4 stenen, namelijk:
.. de deksteen rustend op 2 zijstenen en een sluitsteen.
.. Daarnaast heeft men op nog enkele andere plekken geen triliet gebruikt.
• De korte gang ( zie vierkant ) is compleet, d.w.z. :
.. 2 paar gangzijstenen met 1 gangdeksteen op het eerste paar.
• Van de ovale steenkrans is minder dan de helft nog aanwezig ( de zwarte stenen).
• Een dekheuvel hoeft niet uit zand te bestaan. Het konden ook stenen zijn.
.. Dit heeft men o.a. ontdekt bij Im Moor versunkene Hünengräber.
www.geheugenvandrenthe.nl/hunebed
https://issuu.com/virtumedia/docs/archeologie_mag....
www.archeologiehuiszuidholland.nl/images/Intranet/p..... |
Zeer karakteristieke esdorpen
Loon en Taarlo:
Het Drentsche Aa-gebied is nog altijd kenmerkend voor het oude
esdorpenlandschap.
Daar liggen nog steeds een aantal zeer karakteristieke esdorpen
Het zijn Loon,
Taarlo, Anloo en
Anderen met:
hun essen (1), groenlanden (2) en heide (3).
Hieronder een kaart van Loon en Taarlo met de toestand rond 1900:
..•
Een eeuw geleden bestond het grootste deel van het Drentsche Aa-gebied nog
... uit heide.
.• De karakteristieke opbouw van het esdorpenlandschap rond 1900 :
... De kern bestond uit het esdorp met goorns ( moestuinen )
. ..In het esdorp stonden de rietgedekte boerderijen bijeen tussen
... hoogopgaand eikenhout.
....Gewoonlijk lagen de esdorpen op de hogere grond direct buiten het beekdal.
..•
Ieder esdorp bezat :
. ..1. Akkers op de essen (= gemeenschappelijke akkercomplexen)
...... .Die essen lagen vlak bij het dorp ook op de hogere grond.
. ..2. Graslanden (= groenlanden ): De hooi- en weilanden in de beekdalen.
... 3. Heidevelden: men had nog zeer veel heide rond 1900.
....... ( Van de Bossen was nog maar weinig over.)
.• Normaliter maakten het esdorp met de es(sen) (1) en de groenlanden (2) samen
... ongeveer 20%
uit van het dorpsgebied, de heide (3) de overige 80%.
• Bron: www.topotijdreis.nl Schuif de tijdbalk op 1903 en vul een plaatsnaam in
... zoekvenster rechtsboven.
• Taarlo, brink met een gegraven dobbe.
• Een brink is een soort grasplein met vaak oude bomen, waar vroeger
.. het vee verzameld werd voordat het ging weiden in de omgeving.
• De dobbe leverde drinkwater voor het vee (en bluswater in geval van brand ).
• Taarlo, brink met ooievaarsnest.
• Taarlo is een van de brinkdorpen die meerdere brinken heeft.
• Brinken hebben vaak bomen, maar niet altijd zoals je hier ziet. |
.
Introductie esdorpenlandschap:
Middeleeuwse boeren hadden het niet gemakkelijk in Drenthe.
De arme zandgronden waren ongeschikt voor akkerbouw en
de beekdalen daarvoor te nat.
Daarom bedachten de boeren als oplossing de akkers (1) te bemesten met
een
mengsel
van heideplaggen en mest.
Hierdoor zag het Drentse esdorpenlandschap er rond 1900 als volgt uit:
.Het esdorp met goorns:
De oudste esdorpen lagen op de hogere grond direct buiten het
beekdal.
Zo konden de toenmalige boeren
zonder grote afstanden te
moeten
afleggen op hun akkers (1) komen en ook in de Graslanden (groenlanden) (2) in het beekdal.
Zo'n dorp bestond uit een zwerm boerderijen met daartussen open
ruimten en één of meer brinken, waar het vee werd verzameld.
Er was daar ook een waterplas die als drinkplaats voor het vee diende en ook kon worden gebruikt als bluswater.
De beplanting op de brinken, de erven en langs de perceelsgrenzen gaven
het esdorp een groen karakter.
Bij het dorp lagen goorns (moestuinen ; Garten (Duits) ; garden (Eng)
Het dorpsgebied bestond uit de volgende drie landschappelijke eenheden:
1. De es(sen) = gemeenschappelijke akkercomplex(en)
Het esdorp en de essen lagen bij elkaar op de hogere grond langs het beekdal. De essen waren eeuwenlang
de spil
van de
Drentse agrarische economie.
Op de essen werden de broodgranen verbouwd die de bevolking in
leven
moest houden.
Granen waarmee men ook de pacht moest betalen en waarmee men
heel soms een kleine winst kon maken op de markt. Rogge was eeuwenlang het belangrijkste gewas.
De grond werd vruchtbaar gemaakt met plaggen van het veld, in de potstal vermengd met mest.
De essen waren meestal in een
aantal blokken verdeeld, en die waren
weer onderverdeeld in een
aantal stroken (lange, smalle percelen).
Deze stroken waren privébezit.
Als de es uitgebreid werd, gebeurde dat door een nieuw blok te beginnen (blokverkaveling). Iedereen had recht op een aandeel.
De percelen op de es waren niet van elkaar gescheiden door
singels of houtwallen, maar door een hoeksteen of een diepere voor. Wel werd de es
als geheel vaak van de omringende heide
gescheiden
door een houtwal (eswal) of bosrestant om schapen buiten te sluiten en
om vee bij stoppelbegrazing juist binnen
de es te houden. Zo'n bosrestant zie je o.a. in Zeijen en Anloo.
(Tegenwoordig zijn de essen nog goed te onderscheiden, maar wel deels bebouwd.
Hun interne structuur is wel flink gewijzigd, want het
versnipperde eigendom
is door ruilverkaveling geschikt gemaakt
voor moderne landbouwmachines.
Ook van de eswal is meestal niet veel meer over.)
2. Graslanden (groenlanden) in de beekdalen:
Dit waren de wei- en hooilanden.
De hooilanden (maden) bevonden zich in de lage, natte delen dicht bij de beek).
De weilanden (het broek) voor het rundvee, op de iets hogere, drogere delen.
Die hooi- en weilanden werden tot het begin van de 19 de
eeuw
niet bemest, waardoor zich daar rijk bloeiende plantengemeenschappen
konden ontwikkelen.
Toen het gemeenschappelijk gebruik van de hooi- en weilanden
in onbruik raakte, ging men de percelen scheiden met sloten en houtwallen. Deze dienden o.a. als veekering (zie kaart hieronder).
De hooilanden op de lage, natte delen langs de beek kregen een onregelmatige blokvormige
verkaveling met sloten als veekering.
De weilanden op de hogere, drogere delen, kregen een opstrekkende verkaveling met houtwallen. Deze dwarswallen lagen loodrecht op de richting
van het
beekdal.
Bij de weilanden moest je wel houtwallen maken, omdat ze te hoog lagen voor sloten.
(Helaas zijn tegenwoordig
veel houtwallen langs die weilanden verdwenen.)
.3. Heidevelden :
Het veld: aanvankelijk waren dit bossen, waar men o.a. strooisel haalde voor de stal. Toen dit schaars werd, ging men over tot het afgraven van humus. Daaropvolgend werden hele plaggen afgegraven. Geleidelijk aan verschraalde het veld en veranderde in heide.
De droge terreingedeelten met Struikhei werden vooral door
schaapskudden begraasd.
De vochtige, venige terreingedeelten met dopheide werden geplagd. Zij hadden wat meer humeus materiaal.
In de veentjes stak men turf voor eigen gebruik.
Door roofbouw of karrensporen ontstonden ook hier en daar gaten in het vegetatiedek wat leidde tot stuifzand.
.Bossen :
Daarvan bleef niet veel over. Het oorspronkelijke halfopen boslandschap
was in de loop van de tijd door de boeren teruggebracht
tot enkele bosrestanten rond de essen en wat oud bos in de beekdalen.
De bossen leverden hout, maar werden ook beweid.
. Schematische weergave esdorpenlandschap in Drenthe |
• Het dorp met een of meer es(sen) (1), groenlanden (2) en heide (3).
• In dit schematisch voorbeeld zie je één es getekend. Echter de helft van
....alle esdorpen hadden er meer dan één.
• Er waren op diverse plaatsen houtwallen:
.. 1. De eswal : rondom de es.
.. 2. a. De twee grenswallen evenwijdig aan het beekdal.
........... Ze dienen als afscheiding van het grasland met de heide (of essen).
....... b. De dwarswallen (lagen in het beekdal dwars op de grenswallen)
........... Ze begrensden de eigendommen.
Bij dit oude landbouwsysteem had elk landschapsdeel zijn eigen functie
in het geheel.
Groenlanden (2) en heidevelden (3) leverden voedsel voor de
veestapel;
de veestapel zorgde voor de bemesting van de essen (1), waarop
de granen werden geteeld.
De heidevelden (3) leverden ook strooisel en
plaggen voor de potstal.
De bosrestanten leverden hout, maar werden ook beweid.
Door deze samenhangen is het
esdorpenlandschap een eenheid en
geen verzameling
losse elementen.
• De infields zijn de es(sen) (1) en de groenlanden (2) Zij lagen dicht bij het esdorp en werden relatief intensief bewerkt.
• De outfields zijn de uitgestrekte heidevelden. Zij lagen verder van de boerderijen en waren minder intensief bewerkt.
Vanuit de esdorpen was er naar buiten toe een afnemende intensiteit
van
het bodemgebruik. Dat liep van de essen (1), die het meest intensief werden bewerkt, via de groenlanden (2) (= wei- en hooilanden in de beekdalen) naar de heidevelden (3) (het minst intensief).
Het esdorp met de essen (1) en de groenlanden (2) maakten
samen
ongeveer 20%
uit van het dorpsgebied,
de heidevelden (3) de overige 80%.
(In de 19e eeuw was de reiziger geïmponeerd door de uitgestrektheid
van de heide en was hij weer blij wanneer hij na uren lopen door de
heidewoestijn weer een oase van een dorp ontdekte.)
Bij
deze extensieve landbouw dient elk bedrijf over grote oppervlakten
te beschikken. Die ruimte was in het oude Drenthe volop aanwezig.
Zo was bij een bedrijf met 12 ha akkers in het begin van de 19 de
eeuw nog gemiddeld 25 ha groenlanden en liefst
100 ha heideveld aanwezig !
Daarop
hield men zo'n 20 stuks rundvee en 80 schapen.
Om de vruchtbaarheid van 1 ha akkerland te waarborgen was dus
meer
dan het tienvoudige aan ander grondgebruik noodzakelijk.
Infield-outfield farming:
Infield-outfield farming is broadly defined as a type of farming system utilizing its area at two different levels of intensity: an intensively farmed infield and an outfield exploited at a low intensity.
(In het Noors noemt men ze Innmark en Utmark)
Infield = het binnengebied, d.w.z.
1. het bewerkte gebied (cultivated land; in cultuur gebrachte gebied),
2. dicht bij de boerderij.
De infield werd intensief gebruikt. Denk aan ploegen, maaien, bemesten.
Outfield = het buitengebied, de wildernis), d.w.z.
1. het onbewerkte gebied (uncultivated land ; niet in cultuur gebrachte gebied),
2. ver van de boerderij.
De outfield werd extensief gebruikt bijv. voor 't weiden van vee. |
Hoofdstuk2
. . .2.. . ZUIDLUS . .8 km |
• Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.
• Het zuidelijkste deel van de wandeling is niet echt stil, omdat je daar dicht bij
.. enkele drukke wegen bent. Landschappelijk is het echter wel goed.
• Bron: topotijdreis.nl.
Samenvatting Zuidlus:
• Je loopt over de hoge Ballooër esch met het grote hunebed D16 Balloo,
• vervolgens door het mooie natuurgebied Kampsheide ( fotoalbum ) met
.. een ven, grafheuvels en jeneverbesstruweel en
• tot slot langs de eerste meanders van het Loonerdiep.
Hunebed D16 Balloo: groot en bijna compleet
Helaas
nog maar
enkele kransstenen over.
• D16 is één van de mooiere hunebedden buiten de toeristische routes
.. en daarom des
te interessanter.
• Met oorspronkelijk 9 dekstenen is het een groot hunebed.
• Ik las in een boek: "De meeste hunebedden werden gebouwd op een
.. wat hoger gelegen punt, vaak aan de rand van een laagte".
.. Dit is perfect van toepassing op dit hunebed.
... Het staat op hogere grond ( de
Ballooër esch ) vlak langs het
.. beekdal van het Loonerdiep.
• In de bovenkant van deksteen nummer 6 zitten kleine 'putjes'.
.. Het zijn 'cupmarks' ontstaan door het kloppen met een kleine steen.
.. D16 is het enige Nederlandse hunebed met dergelijke ‘putjes’.
Bij de
inventarisatie in 1918 lag het hunebed er minder florissant bij:
alle 9
dekstenen bleken van de 19 zijstenen te zijn afgegleden.
In 1978 zijn ze alle
weer op hun plaats gezet.
In loop van de tijd was er weer één helemaal en een
andere bijna
afgekieperd.
Begin december 1999 zijn beide stenen herplaatst en
met stalen
pinnen (z.g. doken) gefixeerd.
Lang heeft één daarvan niet op z'n
draagstenen gelegen.
Eind juni 2000 is hij er bijna zeker met geweld afgeduwd.
In december 2000 is ook die schade weer improvisorisch hersteld.
Zowel van de deksteen als van de twee draagstenen zijn daarbij grote
splinters
afgesprongen.
• Hunebed D16 Balloo:
.....- bovenaanzicht van driedimensionaal model: https://hunebeddeninfo.nl/#
1. Kamer:
........- Oorspronkelijk aantal......dekstenen d = 9.....zijstenen z = 19.......sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet tot een
.......... triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen, maar
.......... ook nog op een sluitsteen.
.......... Van de andere 7 dekstenen behoren er 6 wel toe.
.......... De middelste deksteen , de allergrootste ,
rust op 3 zijstenen.
2. Korte gang ( in witte rechthoek):.
.......... Van de 2 paar gangzijstenen met de gangdeksteen op eerste paar, is alleen
.......... het eerste paar met haar deksteen overgebleven.
3. Ovale steenkrans:
.......... Hiervan zijn nog slechts 2 kransstenen ( k ) over.
• Je kijkt hier naar het noorden.
1. Kamer:
........- Oorspronkelijk aantal......dekstenen d = 9.....zijstenen z = 19.......sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet tot een
.......... triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen, maar
.......... ook nog op een sluitsteen.
.......... Van de andere 7 dekstenen behoren er 6 wel toe.
.......... De middelste deksteen , de allergrootste ,
rust op 3 zijstenen.
2. Korte gang ( in witte rechthoek):.
.......... Van de 2 paar gangzijstenen met de gangdeksteen op eerste paar, is alleen
.......... het eerste paar met haar deksteen overgebleven.
3. Ovale steenkrans:
.......... Hiervan zijn nog slechts 2 kransstenen ( k ) over.
• Je kijkt hier naar het oosten.
1. Kamer:
........- Oorspronkelijk aantal......dekstenen d = 9.....zijstenen z = 19.......sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet tot een
.......... triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen, maar
.......... ook nog op een sluitsteen.
.......... Van de andere 7 dekstenen behoren er 6 wel toe.
.......... De middelste deksteen , de allergrootste ,
rust op 3 zijstenen.
2. Korte gang ( in witte rechthoek):.
.......... Van de 2 paar gangzijstenen met de gangdeksteen op eerste paar, is alleen
.......... het eerste paar met haar deksteen overgebleven.
3. Ovale steenkrans:
.......... Hiervan zijn nog slechts 2 kransstenen ( k ) over.
|
Grafheuvels (tumuli) op de Kampsheide:
uit de Nieuwe steentijd, Bronstijd, IJzertijd.
De Kampsheide is een klein maar mooi natuurgebiedje met o.a.
prachtig jeneverbesstruweel en een ven.
Maar
Kampsheide is nog
veel méér.
Van circa 3500 v. Chr. tot het begin van de jaartelling is dit gebied
permanent bewoond geweest. Daarvan getuigen de prehistorische
graven ( denk aan hunebed D16 Balloo en tientallen grafheuvels).
Later verplaatste de menselijke activiteit zich naar de hogere,
zwaardere
gronden oostwaarts richting Balloo.
Hier op de Kampsheide vind je grafheuvels uit verschillende periodes,
namelijk
de Nieuwe steentijd, Bronstijd en IJzertijd (zie tijdlijn hieronder).
In de Bronstijd en IJzertijd werden de doden niet langer begraven,
maar gecremeerd. De verbrande resten werden in een urn of in een
doek gedaan, waarna deze in een reeds bestaande heuvel werd bijgezet.
Naast deze grafheuvels is er ook nog
een urnenveld en een restantje
van een Celtic field [ spreek uit Keltik]. Dit is een IJzertijd-akkercomplex.
.
• Deze grafheuvel in het mooie natuurgebied Kampsheide is wel 3 meter hoog.
.. Er zijn verschillende malen doden in begraven.
.. Bij elke begrafenis werd de heuvel wat opgehoogd en uitgebreid.
• Een aantal grafheuvels zijn begroeid met jeneverbesstruweel.
Verdere informatie over grafheuvels:
www.dbnl.org/tekst/hege004arch01_01/hege004arch01_01_0004.php |
Deurzer- en Loonerdiep:
(een van de middenlopen van de Drentsche Aa)
• In de beken van de Drentsche Aa is de stromingsenergie zeer beperkt.
... Daardoor is er nauwelijks sprake van actieve meandering. Er is dus
... weinig erosie in de buitenbochten en ook weinig sedimentatie in
... de binnenbochten. Het is dus een slingerende maar grotendeels
... stabiele beek met weinig erosie en sedimentatie.
• Mooi houten vlonderpad over het natte, moerassige beekdal van het Deurzerdiep.
• Het Loonerdiep slingert nog heel natuurlijk over haar dalbodem.
.. Ze heeft nog de kenmerken van een natuurlijke laaglandbeek.
• Doordat er weinig erosie in de buitenbochten en ook weinig sedimentatie in
.. de binnenbochten plaatsvindt, spreken we van een slingerende maar
.. grotendeels stabiele beek met weinig erosie en sedimentatie.
Drentsche Aa:
• De Drentsche Aa is niet één afzonderlijke beek, maar een heel stelsel
... van beken. Het begint in het midden van Drenthe, groepeert zich wat
... verder noordelijk in twee hoofdtakken:
... - westelijke tak t/m Taarlosche Diep en
... - oostelijke tak t/m Gastersche Diep
... Ze komen uiteindelijk bij Oudemolen samen en gaan verder als
... Oudemolensche Diep, daarna Schipborgse Diep, etc. in een lange
... slingerende hoofdloop richting de stad
Groningen.
• Aa betekent 'stromend water' en omdat er in Nederland meerdere Aa's
.. voorkomen, spreken we ter onderscheid hier van Drentsche Aa.
• De beken en zijbeken zijn vernoemd naar het dichtstbijzijnde dorp/veld.
.. Pas in de buurt van Groningen heet de beek Drentsche Aa.
|
Beoordeling:
Beide wandellussen zijn mooie en interessante wandelingen.
Ook de teksten van de aandachtspunten zijn goed.
Dus tot zover niets dan lof.
Er waren in 2019 echter enkele tekortkomingen in het wandelgidsje.
1. Het topografisch kaartfragment was gedateerd en minder duidelijk dan
mijn topo kaartjes. Neem dus een afdruk van mijn kaartjes mee.
2. Je moet onderweg te veel bladeren in je wandelgidsje.
Dit zou verminderd kunnen worden door net als bij een LAW gids
op de ene pagina een kaartje van een lus te zetten en
op de
tegenoverliggende zijde de routebeschrijving.
Je hoeft dan alleen nog maar te bladeren als je even naar een
aandachtspunt wilt.
Dat is een tiental keer per wandellus.
Esdorpen: buurschappen en kerkdorpen:
Het Drentsche Aa-gebied kende in het verleden tientallen esdorpen
met ieder hun eigen marke (= dorpsgebied).
• De meeste esdorpen waren buurschappen zonder kerk ).
.. Voorbeelden hiervan waren Loon, Taarlo, Balloo, Deurze en Gasteren.
• Slechts 1 op de 4 esdorpen waren kerkdorpen.
.. Voorbeelden hiervan waren Rolde en Anloo.
ANWB Campings:
Zie voor een overzicht anwb.nl/drenthe
Wildkamperen:
Een nachtje bivakkeren ('s avonds de trekkerstent opzetten en 's morgens
weer
afbreken) is geen probleem in dit gebied.
Knapzak-ABC:
Zie: https://knapzakroutes.nl/bokd/knapzak-abc/
Hier wordt het landschap uitgelegd met behulp van 60 trefwoorden.
Denk daarbij aan woorden als: boermarke, brink,
Celtic field en havezate.
Routeboekje:
..K 30 Loon - Taarlo
|
|
Achtergrondinfo hunebedden:
..Gids voor de hunebedden in
..... Drenthe en Groningen.
..... Wijnand van der Sanden,
..... Tweede, herziene druk,
..... WBOOKS, Zwolle
|
|
Te bestellen bij:
Reisboekwinkel de Zwerver ( webshop voor reisgidsen en landkaarten) |
Overnachting:
Voor mooi gelegen vakantiehuisjes in de natuur
ga je naar Natuurhuisje.nl
|
|
... Deze wandelsite is niet-commercieel, onafhankelijk en gratis.
... Dat is enkel mogelijk door steun van de bezoekers.
...
... Heb je hier goede info gevonden, toon dan je waardering door
een
... kleine donatie voor het vele werk.
... .Zo kan de website ook gratis blijven en uitgebouwd worden!
... • Betaal met deze knop in een paar klikken via je eigen PayPal-saldo.
... • Heb je zelf nog geen PayPal-rekening, dan kun je toch via PayPal
...... vanaf je creditcard geld overmaken.
....Uiteraard kun je ook doneren door overschrijving op mijn
.. ING-bankrekening:
.. IBAN : NL38 INGB 0003 5057 89
.. BIC : INGBNL2A
.. t.n.v. P. C.M. Smulders. |
Andere mooiste knapzakroutes vind je op:
.
www.pietsmulders.nl/nederland_knapzakroutesdrenthe.html
.... ....
LAATST BIJGEWERKT : 7-12-2019
|
|