.
VIGLESDALEN *

Over een puinhelling van enorme rotsblokken.

 

 

Uit de collectie
Dagwandelingen Zuid-Noorwegen
www.pietsmulders.nl/noorwegen.




.....
Groen = bos..... Grijs = open gebied
..... Blauwe horizontale lijntjes = vee
Dit kaartfragment is voldoende. Je hoeft dus geen turkart te kopen.
Een goede kaart van heel Noorwegen vind je op www.norgeskart.no


...... Groen = bos..... Geel = open gebied
...... Donkerblauw = veen..... Lichtblauw = rivier
 Je stijgt alleen de eerste helft van de route geleidelijk ca. 300 hm.



Belangrijke gegvens:

. 2.10 .+ 1.50. =.4 uur (zuivere looptijd)
Je stijgt het eerste uur geleidelijk 300 hoogtemeter, waardoor heen langer duurt dan terug.

Lichte wandeling.

Heen-en-terugwandeling vanaf de parkeerplaats bij boerderij Nes (op 130m boven zeeniveau) naar Viglesdalen (Turisthytte) ( op 430m boven zeeniveau).

Goed gemarkeerd in het terrein met rode stippen en T's van de Noorse bergsportvereniging DNT.

Je loopt 7 km over een oude veedrift waarbij je onderweg drie watervalletjes passeert en vervolgens over een blokkenhelling (een puinhelling van enorme rotsblokken).

ANWB Campings:
Zie voor een overzicht anwbcamping.nl/noorwegen

Wildkamperen:
In Noorwegen mag je kamperen in de vrije natuur (allemansrecht). Zet je tent maar op een leuke plek langs een rivier of meer. Zoek wel een rustig, afgelegen plekje minimaal 150 m van een huis of hut.


Routebeschrijving: .
 De route voert over een oud weggetje, een voormalige veedrift van rond 1910.
De eerste meters gaan over kale rots. Door de vele voetstappen is het dunne bodemdek verdwenen. Men gebruikt dit terrein als weiland. De Jeneverbes handhaaft zich hier op dit ruige, beweide terrein veel beter dan in Nederland.
Het aangelegde weggetje is ca. 1½ m breed. Het bestaat uit blokken met aarde ertussen.

Het geluid van een waterval wordt hoorbaar, maar in het begin zie je daarvan alleen het bovenstuk. Bij het bordje met Sendingfossen erop, blijkt het een aardige waterval te zijn. Voor Noorse begrippen is het echter maar een kleine.
Ook de volgende waterval de Hiafossen zit half verborgen achter een rotspartij. Aan de overzijde van de rivier Storånå was de voormalige boerderij Hia te zien.
We komen bij de eerste rotsdrempel aan. Hier stort de derde kleine waterval, Granefossen, naar beneden. Achter deze rotsdrempel ligt een klein trogbekken met daarin het kleine meer Hiavatnet.
We steken via een oude, stenen brug, gelegen op een tweede rotsdrempel, de rivier over naar de noordzijde van het dal.
We hebben achter deze tweede rotsdrempel een groot bekken met daarin het meer Viglesdalsvatnet en aan de oostzijde een delta en daarachter een spoelzandvlakte.
Aan de noordoever van het Viglesdalsvatnet is een vertikale rotswand waar afbladdering (exfoliation (eng.) plaatsvindt. Losgeraakte rotsblokken storten daar naar beneden en hopen zich op in een blokkenhelling aan de voet. De rotsblokken zijn soms zo groot als een huis.
Waar de rivier Storånå in het Viglesdalsvatnet uitmondt, komt het water tot rust en vormt er dus een delta. Op de spoelzandvlakte daarachter zien we nog oude geulen liggen.
De Viglesdalen (Turisthytte) heeft 3 hutten van verschillende leeftijd. Zie de verschillen.

A scenic hike where you will pass the waterfalls of Sendingfossen and Hiafossen/Granefossen before you move on past the Viglesdalsvatnet lake with the big-walls towering high over your head.

Very well-made path up the Viglesdalen valley to the Viglesdalen cabins operated by the Stavanger Trekking Association. The path is an old construction road built by migrant Swedish workers in 1907–1912 - you'll pass a number of information signs with historic facts about the valley. The Viglesdalen cabin itself is beautifully situated on a grazy floodplain. The cabin is accessible for day-visitors at a fee or you can spend the night there.

It is possible to do this walk as a daytrip back and forth to the parking lot, but length and time noted here are for a single way to the cabin - presuming you spend the night there, that is. 


De eerste meters gaan over kale rots. Door de vele voetstappen is het dunne bodemdek verdwenen.


Het aangelegde weggetje is ca. 1½ m breed. Het bestaat uit blokken met aarde ertussen.
De Jeneverbes handhaaft zich hier in Noorwegen op de ruige, beweide terreinen veel beter dan op de hei in Nederland.


Hier zien we op de kale rots kwartsaders. De donkere mineralen zijn door verwering verdwenen en over bleven alleen de hardere, meer resistente lichte mineralen kwarts en Veldspaat.



Sendingfossen.


Hiafossen.


We steken via een oude, stenen brug, gelegen op een tweede rotsdrempel, de rivier over naar de noordzijde van het dal.
De vertikale rotswand is imponerend. Sommige vooruitspringende rotsen hebben geen steun meer van onderen en lijken ieder moment te kunnen afbreken en neerstorten.


Je kijkt oostwaarts over het Viglesdalsvatnet.
Helemaal aan het einde zie je de delta en de spoelzandvlakte.


Dit pad over de reusachtige blokkenhelling Kvita råsa is aangelegd rond 1900 door Zweedse gastarbeiders. Het diende als veedrift. Voorheen moest men met een roeiboot over het meer.
In de vertikale rotswand (zoals hier achter in de foto) vindt afbladdering plaats. Losgeraakte rotsblokken storten naar beneden en hopen zich op in een blokkenhelling aan de voet.
Dit harde gesteente breekt bijna niet in kleine stukken. Sommige blokken bleven zo groot als een huis. Het landschap oogt daardoor dramatisch.


Bij puinhellingen en blokkenhellingen liggen de grootste exemplaren altijd onderaan en de kleinste bovenaan. Dit komt omdat de grote veel gemakkelijker over alles heen kunnen rollen.
Waarschijnlijk vielen een aantal grote rotsblokken op een toenmalige gletsjertong en wisten zodoende zelfs het midden van het meer te bereiken.


Een flinke rotsblok liggend op het pad op de reusachtige blokkenhelling geeft mij een onbehaaglijk gevoel om hier te lopen. Dat wordt nog versterkt door de imposante, vertikale rotswanden en het waarschuwingsbordje voor vallende stenen.
Gelukkig is de statistische kans om geraakt te worden te verwaarlozen.


Hier op de foto was een van de weinige gedeelten waar de blokkenhelling inaktief was (en dus begroeid).


Hangende dalen met dikwijls een waterval (en aanpassingskloof) bij de monding: het zijdal Rausdalen is zo'n hangend dal. Het watervalletje is hier op de foto nauwelijks zichtbaar.


Viglesdalen (Turisthytte).
In het midden de oude hut; rechts in de verte de nieuwe.

 

aaaa


1. Dwarsprofiel: U-vormig, d.w.z.
brede, vlakke dalbodem + steile dalwanden

Dalen die door gletsjers geërodeerd zijn, herken je meestal gemakkelijk aan hun U-vormig dwarsprofiel.
(Dit in tegenstelling tot rivierdalen, die vaak een V-vormige dwarsdoorsnede hebben.)

Bij zo'n door gletsjers geërodeerd dal is de dalbodem sterk verbreed en zijn de dalwanden veel steiler geworden. Dit U-vormig dwarsprofiel wordt vaak nog geaccentueerd doordat het laagste deel van de dalbodem na de vergletsjering verder vervlakt door opvulling van meren met delta-afzettingen.

De verbreding van de dalbodems is het gevolg van de omstandigheid dat gletsjererosie, i.t.t. riviererosie, niet beperkt is tot een smalle strook onderin het dal (de rivierbedding zelf), maar plaatsvindt over de gehele door ijs bedekte oppervlakte (dus de gehele dalbodem en het onderste deel van de dalwanden (middelste tekening).

.
The formation of a U-shaped cross-profile.


Fig.1 Before the Ice Age:
Rivers in mountains ran down V-shaped valleys.


Fig.2 During the ice Age:
When a glacier rumbled down the same valley the ice was so thick that it was able to pluck
(plukken) and abrade (schuren) the valley floor (dalbodem) as well as the valley sides (dalwanden).
So the V-shaped valley became a U-shaped valley, with a flat valley floor
(dalbodem) and steep valley sides (dalwanden).
(Plucking = a type of glacial erosion that occurs when ice freezes onto the floor and sides, ripping out
rocks when it moves).

(Plukken = het loswrikken van rotsblokken (langs splijtvlakken) en vervolgens wegvoeren.
Het is het belangrijkste van de twee processen. Door plukken verdwijnt er veel meer volume aan rots dan door schuren.

Fig.3 After the Ice Age:
Now that the ice has all gone, this U-shaped valley has a river flowing through them again. But the river is too small for this very wide valley and is called misfit stream
(hongerrivier).
At the valley sides
(dalwanden), scree (hellingpuin) often builds up from all the freeze-thaw weathering (vorstverwering) that has taken place on the valley sides (dalwanden) above. (m.a.w. de overgang tussen de dalwand en de dalbodem is dikwijls bedekt met naar beneden gevallen puin dat zich verzamelt heeft in een puinhelling.)



. Erdalen is a U-shaped valley (= dal met een U-vormig dwarsprofiel).


Hoe diep de gletsjer uitschuurt, houdt vooral verband met de hardheid van het gesteente, daarnaast met de dikte en stroomsnelheid van de gletsjer.

Kleine zijgletsjers zijn minder dik en hebben een lagere stroomsnelheid dan de hoofdgletsjers. Daardoor zijn de dalen van kleine zijgletsjers ook veel minder diep uitgeschuurd dan de hoofdgletsjerdalen waarin zij uitmonden. Dit leidt, na afsmelting, tot de aanwezigheid van 'hangende' zijdalen. (Zie tekening B hieronder). De rivieren van de zijdalen komen dikwijls als hoge watervallen naar beneden (voorbeeld Utladalen-wandeling)
(Bij rivier-erosie heb je dat niet; daar ligt de bodem van het zijdal bij de monding gewoonlijk wel op hetzelfde niveau als de bodem van het hoofddal)



A. During maximum glaciation (vergletsjering) , the U-shaped valley is filled by ice to the level of the small tributaries (zijgletsjers).

B. After glaciation the valley floor (dalbodem) may be occupied by a stream and ribbon lakes (langgerekte meren).

C. If the main stream is heavely loaded, it may fill the valley floor with sediment.

D. Should the glacial valley have been deepened (uitgediept) below sea level, it will be occupied by a fjord (= deep, narrow estuary).

Een fjord is eenzelfde reliëfvorm als een U-vormig dal, maar hier heeft de gletsjer zo diep uitgeschuurd dat na het afsmelten van het ijs dit U-vormige dal met zeewater is gevuld (zie tekening D).
Je ziet dat op de fjordbodem nog geen afzettingen zijn.
Slechts bij het binnenste fjordeinde is er een begin van delta-afzettingen in de fjord. Denk bijv. aan Lysebotn (Kjerag-wandeling)


aaaa


2. Lengteprofiel: trapvormig
(opeenvolging rotsdrempels en bekkens)

Dalen die door gletsjers geërodeerd zijn, herken je ook aan het lengteprofiel. Het is gekenmerkt door een trapvormig stijgende dalbodem m.a.w. er is een opeenvolging van steile gedeelten (voorzijden van de rotsdrempel) en vlakke gedeelten (bekkens met daarin een meer, of opgevuld met delta-afzettingen).

Rotsdrempels:
Een rotsdrempel is een rotsige rug dwars over het dal.
De voorzijde van de rotsdrempel kan zo steil zijn dat het water er als watervallen overheen stort.
Na de ijstijd heeft de rivier in een rotsdrempel dikwijls een scherp V-dalletje of een kleine kloof uitgeschuurd.

Bekkens:
Een bekken is een uitdieping in een gletsjerdal.
De vlakke gedeelten in een gletsjerdal vertonen vaak bekkens. Deze bekkens kunnen tientallen tot zelfs meer dan 100 meter diep zijn.
In eerste instantie zijn ze gevuld met meren(1), maar na verloop van tijd worden die weer opgevuld met delta-afzettingen(2). Je ziet er nu spoelzandvlakten en beneden bij de boerderijen landbouwgebied.
Hoe diep de uitschuring van de bekkens is, houdt vooral verband met de hardheid van het gesteente, daarnaast de dikte en stroomsnelheid van het ijs.




Zéér instructief is het mooie Erdalen:


Rotsdrempels:
In het begin van de wandeling passeren we de markante rotsdrempel Hesthammaren.
Later heeft de rivier hier een kleine kloof uitgeschuurd.

Bekkens:
In dit dal zijn 7 bekkens (zie onderstaande lengteprofiel).
Tijdens de autorit door het landbouwgebied passeren we er al 3, namelijk de vlakten bij achtereenvolgens de boerderijen Erdal, Tjellaug en Greidung.
Daarna passeren we er op onze wandeling nog 4. Dat zijn de drie spoelzandvlakten Sandane, Grandane en Ulvestegen en het gletsjermeer bij de gletsjertong Erdalsbreen.

. Stepped longitudinal profile of Erdalen taken along the river bed showing surface elevation and sediment depths.

. Glacially eroded valleys in most of the cases show a very typical, stepped (getrapt) longitudinal profile, consisting of alternating rock thresholds (rotsdrempels) and basins (bekkens).
. These basins are called glacial overdeepenings
(uitdiepingen) and are presently oftentimes filled with lakes, sediments (and sometimes seawater) (Dit laatste is het geval bij fjorden).
. Glacial overdeepenings (uitdiepingen) have been exposed during the last deglaciation as glacial lakes(1) (gletsjermeren) and flatbottomed valleys(2)(zie hieronder rechtse tekening).
. These basins
(bekkens) have been identified as evidence for glacial erosion, since rivers do not transport eroded material upslope out of the basins, which indeed glaciers can do (Zie hieronder linker tekening).
Een gletsjer beweegt in de richting van het helling van het gletsjeroppervlak. Deze richting hoeft niet hetzelfde te zijn als de hellingrichting van het terreinoppervlak onder die gletsjer. Hij kan dus hellingopwaarts stromen (zie linkse tekening).



. Linkse tekening:
Glaciers can transport eroded material upslope.
(linksbven: Tributary glacier = zijgletsjer).
.
.
Rechtse tekening:
After the glacier retreats
(terugwijkt; slinkt), the basins (bekkens) are first filled with water (zie 1. Glacial lake (=gletsjermeer) and later on with delta-deposits (zie 2. Flat-bottomed valley).




Glaciale uitdiepingen
vinden plaats door plukken (plucking) en schuren (abrasion).

1. Plukken
(= het loswrikken van rotsblokken (langs splijtvlakken) en vervolgens wegvoeren.)
Between a glacier and the rock underneath is a thin film of meltwater. This water sometimes freezes, so the glacier becomes attached to the rock. Then, when the glacier moves forward, it pulls away any loose fragments of rock.
This powerful process is called
plucking.
(It is highly likely that the rock will already have loose fragments because of freeze-thaw weathering (vorstverwering).This is the weathering process where water seeps into cracks (scheuren), freezes and expands, gradually wedging open cracks until the rock breaks.)

2. Schuren
(abrasion):

Once the glacier has plucked away pieces of rock, they become embedded
(vast te zitten) in the bottom of the glacier and scrape (schuren) the rock surface as the glacier moves. This slower process of erosion is called abrasion (schuren).

. Plukken is het belangrijkste van de twee processen. Door plukken verdwijnt er veel meer volume aan rots dan door schuren.

. Major plucking steps are often found on the slopes down-valley of the thresholds
(rotsdrempels), while the up-valley dipping slope of the basins (bekkens) are usually more scraped.


 Bij de Blåisen-wandeling zag ik het onderstaande resultaat na het terugwijken van de gletsjertong. Grote Rotsblokken van een halve meter hoog en meterslang waren door het ijs geplukt. (Plukken is het belangrijkste proces. Schuren verwijdert niet veel rots).

https://thesiscommons.org/

 

aaaa




..Deze wandelsite is niet-commercieel, onafhankelijk en gratis. Dat is enkel mogelijk door steun van de bezoekers.

Heb je hier goede info gevonden, toon dan je waardering door een kleine donatie voor het vele werk. Zo kan de website ook gratis blijven en uitgebouwd worden!

...................... .
. Betaal met deze knop in een paar klikken via je eigen PayPal-saldo.
. Heb je zelf nog geen PayPal-rekening, dan kun je toch via PayPal vanaf je creditcard geld overmaken.

Uiteraard kun je ook doneren door overschrijving op mijn
ING-bankrekening:

IBAN : NL38 INGB 0003 5057 89
BIC : INGBNL2A
t.n.v. P. C.M. Smulders. ....




Zie voor de andere
Dagwandelingen Zuid-Noorwegen:
www.pietsmulders.nl/noorwegen....



LAATST BIJGEWERKT : 25-1-2021.